De kaketoes (Cacatuidae) vormen een familie van 22 soorten. Samen met de families Psittacidae (papegaaien, parkieten en lori’s) en de Strigopidae (Nieuw-Zeelandse papegaaien) vormen zij de orde van papegaaiachtigen (Psittaciformes).[1] Er wordt wel gezegd dat de naam “kaketoe” is gebaseerd op het Maleise woord voor oudere zus (“kakak tua”), maar de naam is waarschijnlijk niet meer dan een klanknabootsing.[2] In dat Maleis is het woord ook “nijptang” gaan betekenen. Dit slaat op hun bijzonder sterke, kromme snavel.
Kaketoes hebben vele kenmerken gemeen met andere papegaaien, waaronder de gebogen snavel en de voeten met twee tenen voorwaarts en twee tenen achterwaarts. De families verschillen echter op een aantal anatomische punten van elkaar. Zo hebben kaketoes een vaak spectaculaire kuif die opgezet kan worden en hebben ze niet de speciale veertextuur die veel papegaaien hun regenboogkleurige kleuren geeft. Kaketoes zijn gemiddeld groter dan papegaaien.
Alle kaketoesoorten zijn in het bezit van een kuif die soms overeind staat. De kuif heeft soms een andere kleur dan het lichaam. Zo heeft de rozeachtige molukkenkaketoe een oranje kuif en de witte grote geelkuifkaketoe een gele kuif.
Het lichaam van vrijwel alle kaketoesoorten is effen gekleurd (meestal wit) en er is geen verschil te zien tussen het verenkleed van mannetjes en vrouwtjes. Vrouwelijke kaketoes hebben soms lichter gekleurde ogen (roodbruin) dan de mannetjes (donkerbruin). De valkparkiet is de kleinste kaketoe.
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.